Algemeen: De meeste tools voor het bewerken van objecten kunnen op twee manieren aangeroepen worden. Eerst een selectie van objecten maken en dan de tool activeren, of eerst de tool activeren. In deze lijst gaan we bij de uitleg uit van het eerst activeren van de tool en vervolgens het maken van een selectie.
[enter], [y], etc staan voor toetsaanslagen.
z,w (commands) staat voor [z]; [enter]; [w]; [enter]
Toolbars: Als een of meerdere van onderstaande toolbars niet in beeld staan, ga naar View > Toolbars en vink de betreffende toolbar aan.
Shortcut: Rechts klikken in een 'leeg' gedeelte van de menubalk > ACAD > kies de betreffende toolbar.
Commando | Menu / Knop | Command | Uitleg |
---|---|---|---|
New | Nieuwe tekening. | ||
Open | Open bestaande tekening. | ||
Save | Opslaan huidige tekening. | ||
Plot | Afdrukken / afdrukinstellingen. Details. | ||
Plot Preview | Afdrukvoorbeeld | ||
Pan | p / MMB |
Verschuiven scherm; als shortcut kan de middelste muisknop gebruikt worden. | |
Realtime Zoom | Scrollwheel |
In- / uitzoomen door muis omhoog of omlaag te bewegen; als shortcut kan het scrollwheel gebruikt worden. | |
Zoom | z / zoom |
Achter deze knop gaan de verschillende zoom-opties schuil: |
|
Zoom Window | z,w |
Inzoomen door middel van het trekken van een kader. | |
Zoom All | z,a |
Uitzoomen zodat alle objecten in de tekening in beeld komen. |
|
Properties | ctrl + i |
Eigenschappen van het geselecteerde object. Details. | |
Line | l |
Tekenen van enkelvoudige lijn. |
|
Polyline | pl |
Tekenen van een lijn met meerdere segmenten. Tekenwijze identiek aan line. |
|
Rectangle | rec |
Tekenen van een rechthoek. |
|
Circle | c |
Tekenen van een cirkel. Selecteer middelpunt; voer de straal in; [enter] |
|
Hatch | h |
Arceren van gesloten vormen (objecten). |
|
Copy | co / cp |
Kopieren van een of meerder objecten. |
|
Mirror | mi |
Spiegelen van object(en). Selecteer object(en), selecteer het eerste punt op de spiegellijn, selecteer een tweede punt op de spiegellijn, kies [y] of [n] om het origineel te verwijderen of niet. | |
Offset | o |
Parallel duplicaat van een object op een vaste afstand. |
|
Array | ar |
Kopieren van objecten in een vast stramien. |
|
Move | m |
Verplaatsen van een of meerdere objecten. Selecteer object(en), vervolgens het basepoint en vervolgens de plek waar het basepoint naartoe verplaatst moet worden. |
|
Rotate | ro |
Draaien van objecten rond een draaipunt. Selecteer object(en). |
|
Trim | tr |
Afsnijden (inkorten) van lijn(en). Selecteer eerst de lijn(en) waarlangs afgesneden wordt; [enter] of direct [enter] om alle objecten te gebruiken (werkt in de meeste gevallen het snelst). Selecteer de lijn(en) die afgesneden moeten worden (selecteer het deel dat moet verdwijnen). |
|
Extend | ex |
Verlengen van lijnen. Selecteer eerst het object tot waar de lijn verlengd moet worden; [enter] of direct [enter] om alle objecten te gebruiken; selecteer de lijn die verlengd moet worden |
|
Chamfer | cha |
Afschuinen van scherpe hoeken. Kan zowel toegepast worden op twee lossen lijnen, als op lijnstukken van een polyline of rectangle. AutoCAD geeft twee afstanden weer, als die aangepast moet worden: [d]; voer de eerste afstand in; [enter]; voer de tweede afstand in; [enter]; Selecteer eerst het eerste lijnstuk voor de afschuining, vervolgens het tweede. |
|
Fillet | f |
Afronden van scherpe hoeken. |
|
Explode | x |
Polyline of Block opsplitsen in lossen objecten. Bij een polyline wordt elk segment een afzonderlijke lijn. | |
UCS Dialog | ucsman |
Als je een nieuw UCS aangemaakt hebt, kun je via deze dialoog je UCS een naam geven voor later gebruik. |
|
Object UCS | ucs,e |
Richten van het UCS met behulp van een object. |
|
3-point UCS | ucs,3 |
Maak een nieuw UCS aan met behulp van 3 punten. Selecteer een oorsprong; geef een punt in de X-richting (op de as) op; kies een punt in de Y-richting (globaal). De X-as definieert de orientatie; de Y-as staat (uiteraard) haaks op de X-as. |
|
Z-rotate UCS | ucs,z |
Draai het UCS om de Z-as. |
|
Single Viewport | mview |
Maken van een nieuw viewport (in paperspace). | |
Scale | z (,s) mvsetup,s |
Instellen van de schaal in een viewport (in paperspace) door middel van het invoeren van een relatie tussen een x-tal paperspace-units en y-tal modelspace units; als je in millimeters tekent, levert een verhouding 1:100 een schaal 1:100 op. Dit kan op meerdere manieren bereikt worden: 1: Activeer de viewport (er in dubbelklikken). geef het commando zoom (z) (en evt scale (s)). Voor de schaal in, bv 1/100xp voor 1:100 2: Selecteer viewport; [enter]; voer het aantal paperspace units in (bv: 1); [enter]; voer het aantal modelspace units in (bv: 100); [enter]; [enter] 3: of mbv toolbar: |
|
NB: Teken maatlijnen bij voorkeur in paperspace. |
|||
Linear | dli |
Maatlijn voor de orthogonale afstand tussen twee punten. Selecteer het eerste punt; selecteer het tweede punt; geef met de muis de richting en de afstand van de maatlijn aan. |
|
Aligned | dal |
Maatlijn voor de (kortste) afstand tussen twee punten. |
|
Radius | dra |
Maatlijn voor de radius van een cirkel of boog. |
|
Angular | dan |
Maatlijn voor een hoek. |
|
Dimension Presets | Preset die gebruikt wordt bij nieuwe maatlijnen. | ||
Dimension Style | dim |
Instellingen (presets) voor het uiterlijk van maatlijnen. Details. | |
Distance | di |
Afstand tussen twee punten. Selecteer het eerste punt; Selecteer het tweede punt. De afstand (zowel orthogonaal, als de directe) is af te lezen in het command-venster. |
|
Area | aa |
Oppervlak (en omtrek) van een gesloten vorm. |
|
Overig | |||
Polyline Edit | Modify > Object > Polyline | pedit |
Bewerken van polylines. |
Regen(erate) | re / regen |
Bouw de schermweergave opnieuw op; kan bij complexe modellen noodzakelijk zijn als objecten niet (goed) verschijnen. |