Hoofdstuk 7: De basis tekening.

Schaal

In autocad teken je schaal 1:1. Pas als je een tekening print, bepaal je de schaal. Het is wel van belang dat je weet op welke schaal je wilt gaan printen voordat je tekent, om te voorkomen dat je teveel tekent of juist te weinig. Je kan door gebruik te maken van verschillende layers zowel je detailtekeningen (printschaal 1:1) als je plattegronden in een tekening tekenen (printschaal 1:100). Het voordeel is dat je nooit meer hoeft om te rekenen naar schaal 1:20 of 1:50.

Snap, grid en units

Als we een tekening opzetten bepalen we een aantal voorwaarden voor het tekenen. De grootte van ons tekenvlak, de maateenheid (meters, radiale of feet) en met hoeveel decimalen we werken.
Verder bepalen we ook de snap en grid. Snap is een waarde waarmee de cursor verspringt als we de muis bewegen. Deze kunnen we in het begin van het ontwerp op 10 zetten. We tekenen dan met een minimale afstand van 10 centimeter en later veranderen we deze naar 2, 1 of zelfs 0,1 om heel nauwkeurig te tekenen. Grid is eigenlijk nutteloos, weinig mensen gebruiken het, maar in het begin is het een handig hulpmiddel om controle te houden over de schaal van je tekening. Zet een grid alleen nooit te klein (10 centimeter) of erg groot (10 meter) maar ergens daartussenin.


figuur 1 

In het Drafting Settings menu in de tools menubar kun je zowel de snap als de grid instellen.(zie figuur 1)
Leer jezelf aan met snap te werken: het bespaart je veel tijd bij wijzigingen. Als je snap intypt kan je op elk moment, ook tijdens een commando, de waarde van de unitsnap veranderen. Dit commando zit in de format menubar onder units.(figuur 1) Verder is er onderaan het scherm de statusbar waar je door een klik de snap functie, het grid e.d. aan of uit kan doen.

Objectsnap

Objectsnap is een functie die helpt bij het vinden van punten, bijvoorbeeld een eindpunt, middelpunt, loodrecht etc. Deze functie activeer je door op het woord Osnap (de O staat voor object) te dubbelklikken. Als je de Osnapfunctie tijdelijk wilt veranderen bijvoorbeeld naar midpoint in plaats van endpoint, druk je de middelste muisknop in. Je krijgt dan een pop-up menu (Zie figuur2) en kies daar uit midpoint.
Wil je de functies permanent veranderen dan type je het woord osnap in op de commandline of kiest voor de Drafting Settings menu onder de tools menubar en klik de functies aan in het menu (zie figuur 3) nog een manier om bij de Drafting Settings te komen is om de functies op de statusbar met de rechtermuisknop in te drukken dan krijg je de opties: on, off en settings. Door op settings te drukken kom je ook in de Drafting Settings menu.
 
                     

figuur 2                                             figuur 3

terug naar inhoudsopgave