Vanuit een 2D-gezichtspunt hanteert AutoCAD een coordinatensysteem met een horizontale x-as en een vertikale y-as. De z-as staat loodrecht op het xy-vlak. Dit coordinatensysteem heet het UCS, het user coordinate system. Als je objecten invoert, zullen die altijd parallel aan het UCS worden getekend. Je ortho, grid en snap functies zijn ook afhankelijk van de UCS instelling.Als je in 2D werkt zul je het UCS-icon links onder in je scherm zien staan. Als je een isometric view hebt, geeft dit icoontje het xy-vlak aan.
 

UCS standaard in 2D view

UCS in 3D isometrie

UCS geroteerd om de x-as

UCS geroteerd om de y-as

UCS geroteerd om de z-as

Het xy-vlak ligt evenwijdig aan de zichtas – niet tekenen!

Er zijn verschillende manieren waarop we het UCS kunnen veranderen:

Uit het Tools menu  kunnen we kiezen uit 

Named UCS – Je kunt kiezen uit een aantal van tevoren opgeslagen UCS-instellingen (indien beschikbaar). Je kunt ook je eigen UCS instellingen opslaan door UCS in te typen en dan s van save.Die kun je ook via de Named UCS weer opvragen.

Orthographic UCS > Preset  – Je krijgt nu een venster waarin je verschillende standaard UCS orientaties kunt kiezen

New UCS > World  – Dit wordt ook wel de WCS genoemd. Dit is de standaard UCS instelling.

                     Object  – Selecteer een object en de UCS wordt er evenwijdig mee gelegd. Is je object geen rechthoek, klik dan op het lijnstuk waar je de UCS wilt.
                     View – Als je deze UCS kiest, dan wordt het xy-vlak loodrecht op je kijkrichting geplaatst. Zie je bijvoorbeeld in de front view een gebroken potloodje staan in plaats van een UCS-icoon, kies dan view UCS en je kunt in de front view gaan tekenen.
                     X, Y en Z – Hiermee kun je de UCS respectievelijk om de x-, y- en/of z-as draaien.

Hier zien we een voorbeeld van hoe je je UCS kunt wijzigen om objecten te tekenen die direct evenwijdig met elkaar liggen. We gebruiken hiervoor object UCS.
 
 
 

UCS standaard	object UCS

 

terug naar inhoudsopgave